Bier als brood is begonnen?
Bierbrood
De allereerste ‘biertjes’ werden in Mesopotamië (Wat nu Irak en Noord-Syrië is) gemaakt van een pap van gerst en emmer (een soort tarwe). Men bakte van deze ingrediënten een soort brood dat van buiten gaar was, maar van binnen nog week. Als men zin had in ‘bier’ werd het brood gewoon even in water geweekt. Aan dit ‘bier’ werden vaak extra toevoegingen gedaan, zoals honing of kruiden. En er kwam gist bij, gewoon gist uit de lucht door het brood te laten liggen, spontane of wilde gisting heet dit. Men wist toen niet hoe dat gist nou werkte en wat het precies was. Ze wisten wel dat dat het bier lekkerder maakte.
Veel later in 1680 na Christus ontdekte iemand met zelfgebouwde microscopen gistcellen onder zijn microscoop, Antonie van Leeuwenhoek uit Delft. Gist is dus een Nederlandse ontdekking. Tegenwoordig worden er nog steeds bieren gemaakt met behulp van spontane gisting, zoals bijvoorbeeld de Lambiek Kriek uit België, een heel beroemd bier.
Lange tijd werd bier gezien als drinkbaar brood en brood als eetbaar bier. Overal waar granen verbouwd werden, werd bier gebrouwen en brood gebakken. Beide voedingsmiddelen hebben namelijk dezelfde grondstoffen. Vroeger was bier daarom een even belangrijke voedingsbron als brood. En wat ook erg belangrijk was, bier was veilig om te drinken, in tegenstelling tot het vaak vervuilde rivierwater.