Bier in de Middeleeuwen (500-1500 na Christus)

In de vroege Middeleeuwen is het brouwen van bier onderdeel van het huishouden geworden. Naast brood bakken en wassen, werd er voor het gezin bier gemaakt. Om in hun levensonderhoud te voorzien, brouwen ook kloosterlingen (monniken en nonnen) verschillende bieren.

Bier was één van de normaalste drankjes in de middeleeuwen. Het werd dagelijks gedronken door alle lagen van de bevolking, met name in Noord- en Oost-Europa, waar het door het klimaat moeilijk tot onmogelijk was om druiven te verbouwen. Ook was het gebruikelijk dat kinderen bier dronken. Wel moet gezegd worden dat de bieren in die tijd heel weinig alcohol bevatten. Hoewel wijn het meest alledaagse drankje in Zuid-Europa was, was bier zeer populair bij de laagste klasse van de samenleving in het Noorden en Oosten van Europa. Omdat water vaak verontreinigd was, waren alcoholische drankjes populair, omdat ze tijdens het brouwen aan de kook zijn geweest, en dat doodt bacteriën. Bier werd in die tijd echt als een gezonde drank gezien.